Het Vrijthof is het kloppend hart in het Maastrichtse stadscentrum. Het is het belangrijkste van de drie centrale stadspleinen, waar stedelijke plechtigheden en processies plaatsvonden, maar ook executies. Het Vrijthof was ook een exercitieplaats voor de soldaten van het garnizoen en een wandelplaats voor de inwoners van Maastricht.
Het Vrijthof was een bodeminzinking langs de Romeinse weg naar Tongeren (B). Het gebied is diverse keren in de loop van de geschiedenis kunstmatig opgehoogd en fungeerde vanaf de elfde eeuw als voorplein van de Sint-Servaaskerk. Daar konden vele duizenden pelgrims, die het graf van de stadspatroon Servatius bezochten, worden ontvangen. Het huidige plein is circa 1 hectare groot en het huidige niveau is vijf meter hoger dan in de Romeinse tijd. De oudste benaming voor dit terrein luidde Campus Liber, dat wil zeggen ‘het vrije veld’ of atrium dwz voorhof van de Sint-Servaaskerk. Het Vrijthof werd door keizer Frederik II, die een woonstede had aan de noordkant van het plein, geschonken aan het kapittel van de Sint–Servaas in 1223. Toen werd de naam Vrijthof voor het eerst gebruikt omdat het plein sedertdien behoorde tot de zogenoemde ‘immuniteit’ van het kapittel, dat wil zeggen een ‘bevrijd’ gebied waar wereldlijke machten geen zeggenschap hadden.
Het Vrijthof was in de middeleeuwen een ommuurde plek, toegankelijk via vier ijzeren toegangshekken tegenover de Statenstraat, de Grote Staat, de Bredestraat en de Sint-Janskerk. In de late zeventiende eeuw werd de muur vervangen door een hekwerk. In de late jaren 1960 werd onder het Vrijthof een parkeergarage aangelegd, die werd afgebroken en herbouwd in 2003. Belangrijke gebouwen omringen het Vrijthof zoals de gotische Sint-Jan, de Romaanse Sint-Servaaskerk en de classicistische Hoofdwacht, allen aan de westzijde van het plein. Aan de zuidzijde ligt het Spaans Gouvernement, waarin thans het Museum aan het Vrijthof is ondergebracht. Het Spaans Gouvernement bood domicilie aan de Spaans koningen Karel V en Filips II, als ze in de stad vertoefden. Aan de noordzijde ligt het Generaalshuis gebouwd in de eerste jaren van de negentiende eeuw door de Belgische koopman P.F. de Ceuleneer. Hij liet dit classicistische stadspaleis bouwen op de ruïnes van het middeleeuwse klooster van de Wittevrouwen Aan de oostzijde van het plein is de voormalige sociëteit Momus, te herkennen aan de narrenkop die de façade bekroont. In de maatvoering van de architectuur van dit pand is het carnavalsgetal 11 te herkennen. Aan deze zijde bevindt zich ook het bekendste sfeervolle café van Maastricht, ‘In den ouden Vogelstruys’.
Er staan een aantal sculpturale monumenten op het Vrijthof. Aan de zuidzijde van het Vrijthof is een bronzen fontein, ontworpen door Frans Gast en het kleurrijke Carnavalsmonument van de Maastrichtse beeldhouwer Han van Wetering. De Perroen, het symbool van de prinsbisschop van Luik, één van de twee heren van Maastricht, op de noordoosthoek van het plein werd in 1292 opgericht. Het huidige monument van de Perroen werd in de vroege jaren 1950 geplaatst. Het plein wordt veelvuldig voor tal van evenementen gebruikt zoals het jaarlijkse Preuvenemint.