Kruisherenklooster

Het kloostercomplex van de Kruisheren dateert uit de vijftiende eeuw. Het convent kende een bloeitijd in de eerste helft van de zestiende eeuw met meer dan 25 kloosterlingen, die zich vooral toelegden op studie, preken en zielzorg. In 1797 werd het klooster opgeheven. Thans is in het complex een prestigieus design hotel gevestigd: gods glorie in herbruik.

Het Kruisherenklooster, gebouwd in de vijftiende eeuw, is een fraai vijfsterrenhotel geworden. Het complex is voor veel doeleinden gebruikt, nadat het in 1797 door de Fransen werd geconfisqueerd, maar nooit benaderde het gebruik van het gebouw zo dicht de oorspronkelijke kloosterfunctie als nu het dienst doet als hotel. Een aantal Kruisheren stichtte een klooster en kerk aan de Kommel. In eerste instantie bouwden ze een noodkerkje, dat in 1438 werd ingewijd. Later werd dit vervangen door het mergelstenen Kruisherenklooster. In 1440 werd de eerste steen gelegd. De bouw van het kloostercomplex verliep moeizaam. In 1459 waren het koor en de toren eindelijk gereed, maar helaas werd de kerk in 1462 getroffen door de bliksem. De toren stortte toen in. Het klooster werd in carrévorm tegen de zuidelijke wand van de kerk aangebouwd. In 1520 was het kloostercomplex na tachtig jaar bouwen pas voltooid.

De Kruisheren hadden veel invloed in de Maastrichtse samenleving. Ze bedienden tal van kerken en kloosters in de stad, verleenden hulp bij pestepidemieën zoals in 1529 en waren voorts beroemd om het kopiëren, verluchten en inbinden van boeken.

In de zestiende eeuw bloeide het Kruisherenklooster met meer dan 25 kloosterlingen. Tijdens verschillende belegeringen van de stad, zoals die van 1579 of 1673, raakte het kloostercomplex danig gehavend. In 1797 werden de Kruisheren verdreven. Het complex diende vervolgens als munitieopslagplaats, als kazerne en als garnizoensbakkerij. De kerk heeft een middenschip met vijf traveeën door zuilen van Naamse hardsteen gescheiden van de noordbeuk. Let op de fraaie kapitelen met bladornamenten en het netgewelf met kruisribben. De vijf kapellen aan de zuidzijde hebben een tongewelf; de derde kapel is toegewijd aan de Heilige Gertrudis van Nijvel. Het koor telt twee traveeën en wordt besloten door een zevenhoekig koor. De consoles in het koor tonen de symbolen van de vier evangelisten. In 1461 beschilderde zekere ‘meester Gerardus’ het koor.

De westelijke vleugel van het klooster, gebouwd tussen 1483 en 1517, eindigt met een trapgevel aan de zuid- en oostkant met daarin een groot venster. Op de begane grond ziet men spitsboogvensters met kruiskozijnen in hardsteen en op de verdieping tweelichtvenster met een zadelvormige latei. In deze vleugel waren de refter en de studiezaal. De oostvleugel werd gebouwd in 1480 met een kapittelzaal, een sacristie, een bibliotheek en een gastenverblijf. In de zuidvleugel waren de werkplaatsen, een bakkerij en een brouwerij. De zuidvleugel werd vernieuwd rond 1520.

Aan het einde van de negentiende eeuw trok de Maastrichtse politicus Victor de Stuers zich het lot van het kloostergebouw aan. Hij bekommerde zich om de restauratie van het gebouw, zodat het Rijkslandbouwproefstation zich erin kon vestigen. De voormalige kerk heeft ook nog dienst gedaan als tentoonstellingsruimte, vergaderzaal en stempellokaal voor werklozen. In 1941 werd de kerk toegevoegd aan het Rijkslandbouwproefstation. Na de bevrijding (september 1944) gebruikten de Amerikanen de kerk als opslagplaats. In 1947 kwam het complex weer in handen van het Rijkslandbouwproefstation. Aan het einde van de jaren 1970 vertrok dat instituut naar Wageningen. Het Kruisherencomplex werd nadien een dependance van het Rijksarchief en bood tot 2003 onderdak aan de Opera Zuid. Toen begon de verbouwing tot prestigieus hotel. Het kloostercomplex werd in oude gotische glorie hersteld. De carrévorm van de binnenhof bleef intact, evenals de verbinding tussen het klooster en het kerkgebouw. is ook blijven bestaan. De refter, de studiezaal, de werkplaatsen, de bakkerij, de brouwerij en de cellen van de kloosterlingen hebben nu plaats gemaakt voor moderne hotelkamers.

Binnen in de kerk vallen de grote glas-in-lood ramen op in het koor. Er zijn indrukwekkende zuilen, gewelfvelden in het plafond en muurschilderingen. Nu de kerk dient als entree, lounge, wijnbar en ontbijtzaal van het hotel, zijn deze kenmerken van de voormalige kerk nog steeds duidelijk herkenbaar zoals de mooi gerestaureerde muurschilderingen in een zijkapel met afbeeldingen uit het leven van de Heilige Gertrudis van Nijvel. In de wandschildering wordt ook de Sint Geerte-minnedronk afgebeeld: voordat men op reis ging bracht men een toost uit op Sint Geerteminne, op een voorspoedige reis en een behouden terugkomst. Sint Gertrudis was de patrones van de reizigers en van de pelgrims en misschien zelfs van de huidige hotelgasten.

Tijdens de officiële opening van het Kruisherenhotel in september 2005 werd het speciale verband tussen het voormalige klooster en het hotel benadrukt. Immers de Kruisheren kennen al sinds mensenheugenis een gastenkwartier om gasten geborgenheid en rust te geven. De komst van een hotel in het kloostercomplex krijgt hierdoor extra betekenis: door de restauratie is een belangrijk spoor dat getuigt van Maastricht als middeleeuwse gastvrije pelgrimsstad bewaard gebleven. Het verhaal van het rijke verleden van de Kruisheren en hun klooster- en kerkgebouw zal in de Maastrichtse geschiedenis blijven voortleven.

Terug naar overzicht