De Ponte Vecchio in Florence was de oorspronkelijke inspiratiebron voor een autovrije wandel- en fietsersbrug die de moderne prestigieuze Maastrichtse stadswijk Céramique moest verbinden met de historische binnenstad.
De Ponte Vecchio (Italiaans voor ‘Oude Brug’) is een monumentale autovrije wandel- en flaneerbrug over de Arno in het centrum van de Toscaanse hoofdstad Florence. De juwelierswinkeltjes en bric-à-brac boutiques op de Florentijnse brug doen goede zaken door de toeloop van de duizenden toeristen die slenterend over de Ponte Vecchio van de wijk oltre-Arno naar het centrum van Floprence lopen.
Zo’n bebouwde brug was het eerste idee voor een brug die het jonge architectonisch prestigieuze stadsdeel Céramique in de voorstad Wyck moest gaan verbinden met het stadspark cq met het prestigieus gerestaureerde binnenstedelijke Stokstraatkwartier. De locatie van de brug was duidelijk: in het verlengde van het Plein 1992, zo genoemd naar het Verdrag van Maastricht/Treaty of Maastricht. Met dit verdrag werd de Europese Unie opgericht en daarin werd opgenomen dat Europa een decennium later (2002) een eenheidsmunt, de ‘Euro’, zou gaan invoeren. Het Verdrag van Maastricht heeft de Limburgse hoofdstad definitief Europees, zo niet mondiaal op de kaart gezet. In het plaveisel van het Plein 1992 zijn ter herinnering aan het Verdrag het jaartal 1992 en het Euroteken in bronzen tegels ingelegd. De Hoeg Brögk (Maastrichts dialect voor Hoge Brug) is geen commerciële bebouwde Ponte Vecchio geworden, maar ze is inmiddels wel net zo gezichtsbepalend voor het aanzien van de stad geworden, als haar Florentijnse zusje.
De naam Hoeg Brögk heeft niet betrekking op de hoogte van de brug, maar is ontstaan uit de eis van Rijkswaterstaat dat de brug steeds hoger en hoger moest worden vanwege de toekomstige zesbaksduwvaart op de Maas. De eis was wel twaalf meter boven het waterpeil. Het ontwerp van de Luikse architect René Greisch resulteerde uiteindelijk in de ranke constructie van een loop- en fietsbrug van 261 meter lengte, uitgevoerd in staal. De brug is 7,20 meter breed en ligt 10 meter boven de waterspiegel, terwijl het hoogste punt van de boog 26 meter boven het water ligt. Een jaar na de opening (2004) werd aan het ontwerp van de brug de Staalprijs 2004 toegekend van de Stichting ‘Bouwen met Staal’.
Rijkswaterstaat bepaalde dat er geen pijlers in de Maas mochten worden aangelegd. De architecten van Greisch kozen daarom voor een stalen boogbrug. Het wegdek is aan diagonaal gespannen kabels opgehangen met pijlers op beide Maasoevers. Greisch moest rekening houden met de door Rijkswaterstaat vereiste doorvaarthoogte. Daardoor zouden de opritten dermate steil zijn dat het bureau heeft gekozen voor een zogenoemde ‘luie trap’-constructie; dat werd niet door iedereen in dank aanvaard. Vooral fietsers klagen over de treden van de luie trap: “Een prachtige brug om te zien is het zeker, maar in het gebruik bevalt hij minder (…) de treden (…): ze zijn zo ongelukkig van diepte dat je permanent twijfelt of je er nou één of twee tegelijk moet nemen, en geen van tweeën loopt lekker.” (citaat zie: architectuurwebsite nlstreets) De naam Hoeg Brögk is een historische zinspeling op twee dichtbij gelegen voorgangers, die zo werden genoemd. De eerste Hoogbrug was de stenen brug buiten de Helpoort (uit 1229). De tweede Hoogbrug lag aan Wycker zijde. Vlak bij Plein 1992 ligt de Hoogbrugstraat. Die straat wordt zo genoemd, omdat ze leidde naar een van de twee middeleeuwse stadspoorten waarmee men de kleine voorstad Wyck kon verlaten, namelijk naar de Duitse Poort die ook wel de Hoogbruggepoort werd genoemd. Deze ‘Hoogbrug’ (uit 1296) lag direct buiten de in de negentiende eeuw gesloopte Hoogbruggepoort over een nu verdwenen Maasarm ten oosten van de tweede stadsomwalling van Wyck.
De huidige Hoeg Brögk ligt precies tussen de Sint Servaasbrug en de John F. Kennedybrug in. Ze werd geopend in 2003.